Tweetalige telwoordverwerving

Dit onderzoek gaat van start in het najaar van 2023. We houden u hier op de hoogte van de uitkomsten. U kunt deze informatie ook in het Engels vinden.

Herfst/winter 2023

We zeggen wel dat we iets zo een, twee, drie gedaan hebben, maar het blijkt knap lastig om precieze kennis over getallen te ontwikkelen, zeker als je dat vergelijkt met hoe gemakkelijk we taal leren. Onderzoek laat zien getalskennis zelfs zo abstract en ingewikkeld is, dat we hulp nodig hebben van de structuur die taal biedt om getalbegrip onder te knie te krijgen. Dit is misschien wel het beste zichtbaar bij rangtelwoorden, waarbij onregelmatige vormen zoals derde moeilijker blijken te zijn dan regelmatige. Het idee is dat kinderen gebruikmaken van een soort taalsommetje waarmee ze de betekenis van een telwoord als het ware uitrekenen: hoofdtelwoord + de =rangtelwoord. Zo hoeven ze niet van alles opnieuw te stampen, maar kunnen ze gebruikmaken van de tel- en taalkennis die ze al hebben.

Maar hoe zit dat dan met kinderen die twee talen verwerven? Doen ze dan kennis over telwoorden tweemaal op (eenmaal per taal) of kunnen ze kennis uit hun ene taal inzetten om het leren van de andere te vergemakkelijken? Zijn ze sneller telvaardig dan hun eentalige leeftijdsgenoten of juist niet? Met dit onderzoek willen we meer te weten komen over (tweetalige) taalverwerving en getalsontwikkeling op zichzelf, maar vooral ook kijken naar hoe(zeer) taal- en telkennis elkaar beïnvloeden, en hoe(zeer) er invloed is tussen de twee talen die het kind leert.

Tijdens het onderzoek zullen wij in twee sessies (een Nederlandstalige en een Engelstalige) een spelletje spelen samen met uw kind. Aan de hand van dit spel kunnen we vergelijken wat uw kind tellen en telwoorden in beide talen weet. Dat geeft op zijn beurt weer inzicht in hoe we taal leren en hoe taal bijdraagt aan de het representeren van abstracte, conceptuele kennis zoals getal. Wij vragen u daarnaast om een vragenlijst in te vullen over de taalachtergrond van uw kind. Deze vragenlijst kunt u online invullen; de link krijgt u van de studentonderzoeker.